de dag dat we vertrokken 

uit Cartagena naar Santa Marta, een iets kleiner stadje op zo een 300km afstand. Aangezien afgelopen dagen niet veel spannends is gebeurd kunnen we een kort verhaal ophangen over Colombia. Voor de meeste mensen is colombia een ruw gevaarlijk land en schieten ze iedereen dood met een polshorloge, daarnaast is de cocaïne hier gratis te krijgen politie corrupt en leven de mensen nog in papieren hutjes. Nouja dat is het hier dus absoluut niet ja we hebben politie gezien langs de weg controles uitvoeren op papieren, ja we hebben een zakje cocaïne verhandeld zien worden aan een dronken Brit en ja we hebben 5 ambulances gezien met zwaailichten aan zodat ze sneller door het verkeer kunnen komen. De mensen hier zijn aardig spreken geen centimeter Engels maar proberen altijd een gesprek aan te gaan. Het eten is hier top, nee geen gefrituurde vogelspinnen of schapenhersenen maar lekkere verse vis en draadjesvlees.

Tijdens de route naar santa Marta zien we wel de eerste krottendorpen langs de zee, hier zullen ze het een vissersdorpje noemen. ook rijden we door de stad waar vorige maand 3 ton wit poeder in beslag is genomen, een grote smeriger stad vergelijkbaar met een Rotterdam met de maasvlakte tegen de stad aangebouwd. Een groot deel van de route gaat door een mangrove moeras combi waar vele pelikanen roofvogels en ibissen worden gespot, voor het kleine grut rijden we te hard en onze norse chauffeur heeft niet echt zin om ergens te stoppen. 

Nog een paar uur en de toch naar de verloren stad gaat beginnen, hopelijk met een beetje schaduw en veel dieren. We hopen natuurlijk dit jaar meer slangen te kunnen vinden als voorgaande keren in zuid Amerika we wachten af.